Hij is aan zijn 23e jaar bezig als leider bij SC Feyenoord, eerst 10 jaar bij de A1 en nu voor het dertiende seizoen bij het eerste elftal van de Rotterdamse hoofdklasser. Maar daar komt binnen afzienbare tijd een einde aan. Afgelopen donderdagavond heeft Ed Bourne het bestuur van de club namelijk laten weten dat hij aan het einde van dit seizoen zijn functie neer zal leggen. Die mededeling van hem sloeg bij de club in als een bom, want Ed is allang niet meer weg te denken bij de club van Varkenoord. Bij alles en iedereen is hij bijzonder geliefd en om hem straks voor en tijdens wedstrijden van het eerste elftal niet meer aan te treffen als bezige bij zal wennen zijn, ook voor VoetbalRotterdam. Want ook bij de pers staat Ed er heel goed op.
Natuurlijk willen we graag van hem weten waarom hij er na 23 jaar mee gaat stoppen, welke redenen daaraan ten grondslag lagen. Ed is gaarne bereid tekst en uitleg te geven. We hadden niet anders verwacht van hem.
Je bent niet weg te denken bij SC Feyenoord. Waarom ga je stoppen als elftalleider?
Ed: ‘De hoofdreden is dat ik al een paar jaar met mijn gezondheid aan het kwakkelen ben. Daardoor kwam het wel eens voor dat ik een dag moest overslaan, de laatste jaren steeds vaker. Niet dat dit voor de club een probleem was, want als ik er niet was op een trainingsavond of op zaterdag bij een wedstrijd werden mijn taken prima door anderen waargenomen. Mijn afwezigheid werd altijd geaccepteerd, maar zelf had ik er wel moeite mee. Ik ben dan wel een vrijwilliger, maar het moet niet vrijblijvend worden, vind ik. Het zat me echt dwars dat ik lichamelijk soms niet alles kon doen, dat ik soms wel eens moest passen. Ik had er al maanden over lopen denken om misschien wel te stoppen aan het einde van dit seizoen en door de coronaperikelen heb ik uiteindelijk een besluit kunnen nemen en heb ik de knoop door gehakt. Al meer dan 23 jaar stond mijn vrije tijd in het teken van de voetbal, maar vanwege de beperkingen die door de corona opgelegd werden, kwam ik er achter dat ik mijn vrije tijd ook op een andere manier in kon vullen. Ja, dat was best wel verrassend. Als er niet getraind en gevoetbald mag worden, dan ga je andere dingen doen. Ik vis graag en met een goede vriend van mij kon ik dat in de coronatijd veel gaan doen, want gevoetbald werd er toch niet. We hebben ook een chalet in Ouddorp en in het weekend zitten we daar veel nu. Vanwege de voetbal heb ik altijd vele zaterdagen over moeten slaan. En we hebben sinds een jaartje een kleindochter en in deze coronatijd zonder voetbal kun je daar ook heel goed en op een heel leuke manier je tijd mee doorbrengen. Alles bij elkaar is het nu dus een goed moment om te stoppen. Door de corona weet ik nu hoe ik mijn vrije tijd anders kan indelen als ik straks geen leider meer ben.’
Dat besluit om te stoppen moet niet makkelijk geweest zijn.
Ed: ‘Nee, zeker niet. Met pijn in mijn hart heb ik vorige week donderdag verteld dat het na dit seizoen over is. Niet alleen aan het bestuur, maar ook aan trainer Raymond Frehe en zijn staf en aan de spelers. Zo komt over een half jaar een einde aan iets wat ik al die jaren met heel veel plezier en voldoening heb gedaan. Leider zijn bij SC Feyenoord is een stuk van mijn leven geworden en ik weet heel goed dat ik het straks ga missen. Maar het is goed zo. Ik kon vanwege mijn gezondheid niet meer honderd procent functioneren en hoewel Feyenoord daar nooit over heeft geklaagd, vond ik dat het zo niet meer verder kon. Want als je elftalleider wil zijn, dan moet je alles kunnen doen en dat kon dus niet altijd meer. Als ik lichamelijk nog heel goed zou zijn, dan was ik nog jarenlang doorgegaan; dat weet ik ook. Maar dat is jammer genoeg niet het geval en daarom stop ik.’
En als Ronald Ermes, de nieuwe trainer zegt dat hij je er als teammanager graag nog een jaartje bij wil hebben?
Ed: ‘Dan zou ik me heel vereerd voelen, maar ik zal het niet gaan doen. Zeker weten! Ik wil nog wel mee zoeken naar een opvolger en ik ben ook bereid die man of vrouw in te werken en te begeleiden als dat gewenst is. Dat mag een paar weken, een paar maanden, zelfs een half jaar zijn, maar dan is het klaar. Volgend seizoen zal ik geen teammanager meer zijn.’
Hoe ben je eigenlijk elftalleider geworden bij SC Feyenoord?
Ed: ‘Daar zit wel een mooi verhaal aan vast. Wij zaten met onze kinderen vroeger ook al heel vaak in Ouddorp, toen nog op de camping. Mijn jongste zoon Jef voetbalde toen al en dat viel op bij Tom Verweij, iemand die wij van de camping kenden en die bij SC Feyenoord jeugdtrainer was. Vijf, zes jaar oud was Jef toen. ‘Dat ventje kan echt wel ballen’, zei Tom en hij vroeg aan ons of hij een proeftraining moest regelen bij Feyenoord. Die training kwam er inderdaad en zo kon Jef bij SC Feyenoord gaan voetballen. Hij kwam terecht in een elftal met Luca Been, Jordy de Winter en Jordey van Dam, jongens waarmee we nu nog altijd contact hebben. Na een paar jaar vroeg Tom Verweij aan mij of ik leider wilde worden bij de A1, het elftal dat hij als trainer onder zijn hoede had. Dat wilde ik wel, ook al omdat het goed te combineren was met het voetballen van mijn zoon, want die moest ‘s morgens voetballen en wij speelden ’s middags om half drie. Ik heb het tien jaar gedaan bij de A1, de laatste jaren met mijn zoon als speler van dat elftal. En toen werd ik door Henk Blommers gevraagd om leider te worden bij het eerste. Dat werd altijd door hem gedaan, maar hij zat ook in het bestuur en die twee dingen combineren was toch iets te veel van het goede. Daarom zochten ze een andere leider en kwamen ze bij mij uit. Zo ben ik er eigenlijk in gerold en het leuke was dat toen ik begon mijn zoon juist de overstap maakte vanuit de jeugd naar het eerste elftal en in de tweede seizoenshelft veel speelde. Vanaf het allereerste begin heb ik het prima naar mijn zin gehad, ook al omdat we zo’n hecht team hadden, hoewel de laatste jaren er wel een paar mensen zijn weg gevallen. Zo is Wout Duijm een paar jaar geleden gestopt, Menno de Groot, de fysio is ook weg en Henk Blommers, jarenlang bestuurslid technische zaken, is vorig jaar overleden.’
Wat waren de dingen die jij als elftalleider deed?
Ed: ‘Het eten voor een wedstrijd, de wedstrijdformulieren invullen, de scheidsrechter ontvangen, bussen naar uitwedstrijden regelen, vriendschappelijke wedstrijden organiseren, toernooien, zoals met de A1 een keer naar Amerika, trainingskampen en alles wat daarbij komt kijken en nog veel meer. En daarnaast altijd klaar staan voor de spelers. In alles, uitgezonderd de voetbaltechnische aangelegenheden. Daar heb ik me nooit mee bemoeid, want daar hebben we natuurlijk de trainer en zijn staf voor. Maar voor de rest alles om de spelers zoveel mogelijk op hun gemak te stellen. Ik weet heel veel van de spelers, ook privéaangelegenheden. Dat contact gaat soms best wel ver, als een speler thuis problemen heeft bijvoorbeeld, of als er iemand in zijn familie ziek is of zo. Daar praat ik met ze over, probeer ze in die moeilijke periode te helpen. Ik beheer bij ons de lief- en leefpot en als een speler ziek is krijgt hij een fruitmand, als er een kind geboren is een presentje en bij andere familieaangelegenheden bieden we ook altijd steun. Ik vond dat altijd heel leuk om te doen, bouwde zo een goede band op met de spelers, ook al omdat ze wisten dat ik nooit iets door briefde. En andersom was dat ook zo. Ik wist hoe de trainer en zijn staf over de spelers dachten , maar dat vertelde ik ook nooit door. In al die jaren heb ik op deze manier een goede band opgebouwd zowel met de spelers als met de trainers en diens assistenten. De reacties die ik van spelers heb gekregen nadat ze hoorden dat ik stopte, waren hartverwarmend en doen me veel deugd.’
Tot slot: hoe kijk jij terug op de stap die SC Feyenoord in 2013 zette toen ze als topclub van het zondagvoetbal op zaterdag gingen spelen en in de vierde klasse moesten beginnen?
Ed: ‘Dat was een wijs besluit, voor de club echt het beste. Op zondag voetbalden we bijna allemaal tegen ploegen uit Noord-Holland. Derby’s hadden we dus niet en bij thuiswedstrijden was het op zondag nooit druk bij ons, want iedereen met een Feyenoordhart zat toen in De Kuip. De club besloot naar de zaterdag over te stappen en wij moesten beginnen in de vierde klasse. Zo kwamen we terecht bij kleine clubjes waarvan we nog nooit gehoord hadden. Maar dat was echt heel leuk. We werden overal hartelijk ontvangen en de contacten die we met die clubs opbouwden waren heel warm. Dat gaf veel charme. Nooit werden wij gezien als een arrogante club, die zich te groot voelde voor dat niveau. Zo gedroegen wij ons ook niet, want iedereen in de club vond dat wij als SC Feyenoord gewoon moesten blijven en nooit uit de hoogte moesten doen. Dat hebben we ook nooit gedaan. Ik vond het echt heel leuk om bij die kleine clubjes in de keuken te kunnen kijken, om te horen hoe zij hun hoofd boven water hielden. Daar heb ik altijd echt van genoten. Inmiddels is SC Feyenoord opgeklommen tot de top van de hoofdklasse en wil de club graag nog hoger voetballen. Maar we zijn wel altijd gewoon en normaal gebleven en dat doet me ook veel deugd. Elftalleider ben ik over een paar maanden niet meer, maar de wereld staat echt niet stil als Ed Bourne straks geen leider meer is. Het voetbal zal gewoon doorgaan en SC Feyenoord zal altijd mijn club blijven. Ik zal nog regelmatig komen kijken, want wat in je hart zit, gaat namelijk nooit meer weg.’